De Vlaamse Wooninspectie is de dienst van het agentschap Wonen-Vlaanderen die zorgt voor de strafrechtelijke handhaving van de woningkwaliteit. Zij treedt op tegen het verhuren van woningen met zeer ernstige kwaliteitsproblemen (ernstige vormen van krotverhuur) en doet dat volgens vastgestelde prioriteiten.
De prioriteiten van de wooninspectie zijn:
Ongeschikte en onbewoonbare woningen die verder verhuurd blijven of opnieuw verhuurd worden
Ernstige gezondheids- en veiligheidsrisicos / ernstige gebreken
Constructies die niet voor bewoning bestemd zijn, maar wel bewoond worden (vb. loods met slaapvertrekken zonder sanitair)
Wijzigen van het aantal woongelegenheden zonder stedenbouwkundige vergunning
Seriële verhuurders: verhuurders die recidiveren of veel en grote panden verhuren
Het gaat eerst en vooral over het verhuren, te huur stellen of ter beschikking stellen (dus ook zonder geldelijke tegenprestatie) van een woning
die niet voldoet aan de woningkwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode (inclusief woningbezettingsnorm en andere vastgelegde normen);
met het oog op bewoning.
Ook strafbaar is het verhuren, te huur stellen en ter beschikking stellen van een roerend (bijvoorbeeld een container) of onroerend (bijvoorbeeld een loods) goed dat niet hoofdzakelijk voor bewoning is bestemd
waarin elementaire basisnutsvoorzieningen ontbreken of;
die gebreken vertoont met een veiligheids- of gezondheidsrisico;
met het oog op bewoning.
De (rechts)persoon die deze handelingen stelt is strafbaar: de eigenaar-verhuurder, de onderverhuurder, het immokantoor,… . De huurder is niet strafbaar.
Bij melding van kwaliteitsproblemen in een woning of pand kan in bepaalde situaties de Vlaamse wooninspectie ingeschakeld worden.
Tijdens een actie van de Vlaamse wooninspectie controleert een wooninspecteur de woning samen met een woningcontroleur. De woningcontroleur maakt een technisch verslag. De wooninspecteur stelt op basis daarvan een proces-verbaal en zo nodig een herstelvordering op. In die vordering vraagt de wooninspecteur het herstel van de gebreken of de herbestemming of sloop. Die vordering gaat samen met het technisch verslag naar het parket. De wooninspecteur neemt een opgestelde herstelvordering altijd op in het register van herstelvorderingen.
Een dagvaarding door het parket kan leiden tot een veroordeling (geldboete en/of gevangenisstraf) en het opleggen van een herstelmaatregel die de verhuurder binnen een bepaalde termijn moet uitvoeren. De rechter koppelt hieraan meestal een dwangsom. De herstelmaatregel kan ook via de burgerlijke rechter afgedwongen worden.
Als de woning hersteld is, voert de wooninspecteur een controle uit en stelt een proces-verbaal van uitvoering op. Dat PV wordt ook beschouwd als een geldig conformiteitsattest.